Een van de meest uitdagende kaarten om over te schrijven is kaart 15, de duivel. Vanop zijn troon spiegelt hij de zelfgenoegzame houding van kaart 1, de magiër. Het is alsof de duivel de draak wil steken met zijn zelfbewuste houding. Want alles wat niet past in het ego van de Magiër, dat wat hij ontkent en wegdrukt, is het terrein van de duivel.
Waar de magiër symbolisch de controle wil nemen over de creatie van zijn eigen leven, door in zijn rechterhand een “magische” staf in de lucht te houden, toont de duivel een lege handpalm: “Wat je ziet is wat ik ben. Hier heb je het maar mee te doen.” lijkt hij daarmee te zeggen.
In zijn linkerhand houdt hij een fakkel vast die naar beneden wijst. Waar de magiër er ons met zijn houding aan herinnert dat “zo boven, zo beneden” is, snijdt de duivel deze wisselwerking af. Zijn leefwereld beperkt zich tot de aardse realiteit.
En dat is ook de bedoeling. In het verhaal van de 22 kaarten van het belangrijkste onderdeel van de tarot – de Grote Arcana – scheidt de ziel zich af van haar oorsprong, het goddelijke licht. Daarmee komt zij in de beperkende, materiele wereld terecht. Van daaruit werkt ze zich gaandeweg weer een weg naar verhoogd bewustzijn toe via vele incarnaties.
De stompe knots die de vlam tot voeding dient, schenkt enkel het vuur van onverzadigbare aardse verlangens, houdt de ziel in de greep van negatieve overtuigingen en voedt zich met onze angsten en taboes.
“Pas op!” roept het beeld van de omgekeerde brandende knots in mij op. Verkeerd gerichte energie kan destructief uitpakken. Dit is dan meteen een van de talrijke betekenissen die de kaart kan hebben.
Werken met kaart 15, de duivel
Traditioneel staat de duivel in de tarot voor allerlei verlokkingen, begeertes en verslavingen. Mijn inziens houdt hij daarnaast ook vast in negatieve overtuigingen en beperkende gedachten over onszelf. Hij kan ons zicht verduisteren in blinde woede, liefde die blind maakt, blind van hebzucht, heerszucht, genotzucht of eerzucht voor de gevolgen voor de ander en onszelf, als we streven naar het verkrijgen van dit alles. Een zuiver materiele insteek leidt tot een niet te stillen honger naar meer, daar deze van elke vorm van zingeving verstoken is.
Waar het bij de Hogepriesters gaat over wat wij niet weten, datgene wat zich achter haar sluier schuilhoudt, gaat het bij de Duivel over alles wat we niet wíllen weten. Dat kan gaan over verborgen verlangens, negatief zelfbeeld, dubbele agenda’s of onderdrukte gevoelens en onbewust gedrag van onszelf of een persoon in onze nabije omgeving.
De duivel schijnt zijn licht op alles wat we liever onder het tapijt zouden vegen. Hij confronteert ons met alles wat zich onder het dunne laagje beschaving bevindt, dat onze ego’s nauwgezet over onze onbewuste drijfveren heen heeft gewoven. Hij kent onze diepste verlangens en onze grootste angsten, weet feilloos ons geweten te sussen als we handelen tegen beter weten in.
Maar op zijn best is hij, als hij de mens in de greep van angst kan houden. Angst, gevoed door allerlei aangeleerde overtuigingen, houdt de mens aard gebonden, binnen zijn kleine leefwereldje.
Verschijnt de duivel in een legging, zie het dan als een uitnodiging om stil te staan bij alle overtuigingen die je over jezelf hebt. Durf te kijken naar hoe je je problemen aanpakt. Welke ketens van het beperkende denken hebben jou in hun greep? Welke gedachten mogen van jou het zonlicht niet zien? welke zaken (zoals verslavingen, hinderlijke gewoonten of overtuigingen…) houden je vast in een niet bevredigende situatie?